Om te kunnen genieten van aanvullende vakantie moet de werknemer gedurende minstens drie maanden (90 kalenderdagen) een activiteit uitgeoefend hebben. De drie maanden moeten vallen binnen de twaalf maanden volgend op het aan- of hervatten van een activiteit. Het moet niet noodzakelijk een ononderbroken periode of een periode van voltijdse prestaties zijn.
Deze aanloopperiode van drie maanden moet vallen in eenzelfde kalenderjaar. Als de twaalf maanden die volgen op de aan- of hervatting van de activiteit verspreid zijn over twee kalenderjaren moet er in elk kalenderjaar drie maanden in acht genomen worden.
Voor de berekening van deze drie maanden aanloopperiode wordt rekening gehouden met de dagen waarop gewerkt werd alsook met de inactiviteitsdagen die, volgens de regels van het stelsel van jaarlijkse vakantie, hieraan gelijkgesteld worden.
Na de aanloopperiode van drie maanden kan de werknemer verder aanvullende vakantie krijgen op basis van zijn prestaties. Hij hoeft niet telkens drie maanden te wachten.
Merk op dat de aanvullende vakantie slechts opgenomen kan worden door werknemers die nog in actieve dienst zijn en die hiervoor een aanvraag ingediend hebben.
Voor arbeiders en niet-zelfstandige kunstenaars
De aanvraag voor aanvullende vakantie moet ingediend worden bij het bevoegde vakantiefonds of bij de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie door middel van het Aanvraagformulier voor aanvullende vakantie (30.93 KB) "word").
Het aanvraagformulier moet ingevuld worden door de werknemer en zijn werkgever. Men dient het ten vroegste te versturen 15 dagen vóór de laatste week van de aanloopperiode en ten laatste op 31 december van het vakantiedienstjaar.
Indien er meerdere vakantiefondsen bevoegd zijn voor de toekenning van het aanvullend vakantiegeld volstaat één aanvraag. Elk vakantiefonds zal een deel van het vakantiegeld betalen op basis van de gegevens waarover het beschikt en in verhouding tot het aantal dagen aanvullende vakantie dat de werknemer aanvraagt.
De aanvullende vakantie kan ten vroegste vanaf de laatste week van de aanloopperiode en ten laatste op 31 december van het vakantiedienstjaar opgenomen worden. Deze vakantie kan niet naar het volgende vakantiejaar overgedragen worden.
Voor bedienden
Aangezien het aanvullend vakantiegeld voor bedienden betaald wordt door de werkgevers dient de aanvraag ingediend te worden bij de werkgever.
Voor meer informatie, kunt u het portaal van de Sociale Zekerheid raadplegen.